Het blijft mij fascineren. Foto's maken met een impressionistisch karakter door de camera te bewegen tijdens het maken. Gedurende 5 tot 15 seconde richt ik de camera eerst op een landschap, om hem daarna op een ander deel te richten, en dan vervolgens weer terug gaan naar het oorspronkelijke beeld, om dan de camera te gaan schudden en ronddraaien, Elke keer verander ik wat ik precies doe.
Soms kijk ik een deel van de tijd naar een heel andere scene, en krijg ik een soort van dubbelbeeld tijdens één belichting. Zie de derde foto. Daar richtte ik de camera even op de ribbels in het zand, wat met name in de lucht te zien is.
Als de foto uit de camera komt, heeft hij in het algemeen weinig contrast. De nabewerking is dan mede bepalend voor het uiteindelijke resultaat. Hoeveel contrast wil je creëren, hoe sterk de kleuren, welke sfeer wil je het beeld geven, om uiteindelijk iets te krijgen, wat in overeenstemming is met het gevoel dat je kreeg toen je daar was.
De foto's zijn gemaakt bij de Zuidpier van de Scheveningse haven. Omdat ik vrij lang het eerste beeld vast hield, is dat nog goed concreet en scherp aanwezig. Bij een volgende gelegenheid ga ik zoeken naar wat minder duidelijk herkenbare beelden.