Een aantal jaren geleden heeft de systeemcamera zijn intree gedaan op de markt die tot dan werd bestreken door spiegelreflexcamera’s. De huidige systeemcamera’s zijn pas het begin van een verdere snelle ontwikkeling van professionele en geavanceerde camera’s. Een aantal tendensen zijn al te zien. Daarmee kunnen we filosoferen over hoe de camera’s van over vijf jaar er uit zullen zien?
De systeemcameraDe systeemcamera met full frame, APS-C dan wel Micro Four Thirds sensor is nu een jaar of vijf op de markt. Olympus en Panasonic zijn de frontrunners geweest, terwijl Sony voor het eerst een full-frame camera uitbracht. Systeemcamera’s zijn er wel eerder geweest, maar altijd met een kleinere sensor. De huidige systeemcamera’s worden ook wel Interchangeable-Lens Camera’s ofwel ILC’s genoemd. Deze camera’s hebben geen opklapbare spiegel meer (nodig). Wat zijn de veranderingen die daarmee gepaard gaan? Allereerst worden de functies die de spiegel had, nu anders gedaan.
Het licht dat op de spiegel van de spiegelreflexcamera viel, werd gebruikt voor de (auto-)focus. Nu er geen spiegel meer is, wordt het beeld rechtstreeks op de sensor geprojecteerd. De scherpstelling gebeurt nu door metingen op de sensor. Het licht dat op de spiegel viel, werd ook doorgestuurd naar de zoeker. Nu dat niet meer kan, moet het beeld van de sensor worden doorgestuurd: de optische zoeker is vervangen door een Electronic Viewfinder, ofwel EVF. (Bij spiegelreflexcamera’s kon je ook al via live view het beeld van de sensor op het scherm achterop de camera gebruiken; de spiegel stond dan continu opgeklapt; focussen in die stand was minder nauwkeurig en snel). Een voordeel van de EVF is, dat je de belichting krijgt te zien, zoals ook de opname er uit zal zien.Doordat er geen spiegel meer is, en geen prisma voor de zoeker, is een systeemcamera lichter dan zijn voorganger. Zo is de Nikon D850 1050 gram, terwijl de Z7 675 gram is; dat is een vermindering van ruim 30%.
Vernieuwingen van de systeemcamera
De continue lichtval op de sensor maakt heel veel andere zaken mogelijk. Iets waar veel systeemcamera’s nu mee komen is gezichts- en oogherkenning. Het beeld dat op de sensor valt wordt gescand op de kenmerken van een gezicht, en van ogen in een gezicht; deze kenmerken komen voort uit kunstmatige intelligentie programma’s, die miljoenen beelden hebben geanalyseerd. Ook kunnen live filters worden toegepast, waarvan je de resultaten in de EVF of op het scherm kunt bekijken voordat je de foto maakt. Zo zijn er zwart-wit filters, zodat je ook vooraf kunt zien hoe je foto er zwart-wit uit kan gaan zien. De foto’s kunnen nog steeds als RAW worden opgeslagen.
Ook ontwikkelingen bij smartphone camera’s kunnen worden
gebruikt; bij voorbeeld om lange sluitertijden te simuleren kunnen honderden foto’s binnen een paar
seconden worden gemaakt, die dan worden gecombineerd (iets wat je ook in
Photoshop kunt doen, maar dat is veel meer werk). Daar komt geen statief aan te
pas. Iets wat Olympus in zijn camera’s heeft ingebouwd is bij lange
sluitertijden een controle op overbelichting: als specifieke pixels overbelicht
dreigen te raken, worden ze niet meer uitgelezen. Daarmee blijft er altijd
voldoende structuur in de lichte delen.
De toekomst
De intree van deze systeemcamera’s vormen een tweede stap in het traject van mechanische camera’s naar volledig elektrische / elektronische camera’s. De eerste stap was de overgang van films, die doorgedraaid moesten worden, naar digitale camera’s. In de huidige tweede stap verdwijnt het mechanisme van de opklapbare spiegel. Je zou het kunnen vergelijken met de transitie van voertuigen, waar we op het ogenblik in zitten. Een auto verandert van een systeem met heel veel mechanische processen naar een platform, waarbij alleen nog de wielen aangedreven worden door een elektromotor die vlak bij het wiel zit. Welke mechanische functies zitten er nu nog in de huidige systeemcamera’s? De sluiter, het diafragma, de stabilisatie. Ik voorzie, dat deze ook zullen worden vervangen door elektronische oplossingen.In de huidige systeemcamera’s kunnen je al kiezen tussen de
mechanische sluiter en een elektronische sluiter; deze laatste werkt simpel
door de sensor gedurende de ingestelde sluitertijd uit te lezen. Hiermee kunnen
meer beelden in een second worden gemaakt dan met een mechanische sluiter.
De stabilisatie van lenzen en camera’s is een mechanisch
systeem, dat beweging in heel korte tijd compenseert. Bij telefooncamera’s
wordt bij langere sluitertijden de beweging gemeten, en worden de
achtereenvolgende beelden, die gedurende de sluitertijd worden gemaakt,
daarvoor gecorrigeerd. Of dit daadwerkelijk zal worden ingevoerd in de duurdere
systeemcamera’s is afwachten. De stabilisatie werkt bij het maken van één
opname met lange sluitertijd heel goed, en het is nog de vraag of het verwerken
van honderden beelden met elk een korte sluitertijd, gelijke beelden oplevert.
Andere mogelijkheden dienen zich ook aan: het gebruik van grijsfilters kan al gesimuleerd worden door gedurende een langere tijd veel opnamen te maken en die statistisch te combineren, analoog aan wat ik eerder schreef over stabilisatie. Bij Olympus-camera’s wordt de uitlezing van de pixels zodanig gestuurd bij langere sluitertijden, dat er geen overbelichting ontstaat. Op analoge manier kun je tot langere sluitertijden komen, zodat je beweging kunt vastleggen. Dan is het verder een kleine stap om gegradueerde grijsfilters te simuleren.
Foto en video zijn nu nog gescheiden functies op de camera. Maar het aantal foto’s dat per seconde gemaakt kan worden benadert de videosnelheid. En als er met 8k video kan worden gemaakt, is het aantal pixels per beeld het zelfde als bij de foto’s. Je kunt dan een video opnemen en er de beste beelden uit selecteren voor je fotografie. Met name voor actiefotografie (wildlife, sport, straatfotografie) geeft dat grote voordelen. Kunstmatige intelligentie kan bij de selectie een goede hulp zijn.
De invoering van 5G brengt ook potentieel grote voordelen. Foto’s kunnen dan realtime of na bewerking naar de cloud worden gestuurd. Misschien rechtstreeks vanuit de camera, of via de smartphone; in dat laatste geval is er geen tweede GSM-kaart en abonnement nodig en kan de foto gelijk op sociale media worden geplaatst; of meteen naar de opdrachtgever. Met behulp van KI kan dan elke foto al gelijk voorbewerkt worden en met onderwerpherkenning trefwoorden krijgen. Met automatische geotagging hoef je je nooit meer af te vragen waar je de foto hebt gemaakt.
Bij smartphones zijn we gewend aan het gebruik van allerlei
verschillende apps, die elk gespecialiseerd zijn op bepaalde typen fotografie
en bepaalde effecten. Gaan we ook toe naar dezelfde situatie op
systeemcamera’s? Met allemaal foto-apps op het achterscherm? We zullen het
zien. In ieder geval zal de systeemcamera van over vijf jaar al wezenlijk
verschillen van de huidige generatie. Door doorontwikkeling van software voor
de aansturing van de sensor, en door de verwerking van grote aantallen beelden
tot de resultaten die we zoeken. Dat alles mogelijk gemaakt door snellere
sensoren en de inzet van kunstmatige intelligentie. Een fascinerende toekomst,
waarbij ambachtelijke kunde minder belangrijk wordt, en creativiteit op de
eerste plaats komt.