vrijdag 19 december 2014

Het fotograferen van sterrenhemels

De foto hiernaast en de foto van de melkweg hieronder heb ik gemaakt in Fort Bragg aan de noordelijke westkust van Californië. Daarvoor had ik al een paar keer wat geëxperimenteerd, met verdeeld succes. Deze twee zijn de beste voor wat betreft een sterrenhemel. Mijn opgedane ervaringen beschrijf ik hier in de vorm van een soort recept voor het maken van foto’s van sterrenhemels.
30 sec belicht bij f/5,6 en ISO400; 16 mm brandpuntsafstand

1. Uitrusting
Een statief heb je nodig, want je gaat langere sluitertijden gebruiken;
het best een groothoeklens, dan krijg je er veel sterren op, plus ook eventueel een stuk landschap of voorgrond.
Een lamp, want als je je camera wilt instellen in het pikkedonker, heb je licht nodig; de lamp heb je ook nodig om te lopen naar een plek waar het goed donker is; als lamp kan dienst doen je smartphone, een zaklantaren, of een soort mijnwerkerslamp, die je om je hoofd kan binden (kost iets van een tientje); ik moet zeggen, zoiets werkt heel prettig.
Een draadontspanner, eventueel draadloos (..).

2. Voorbereiding
Stel je camera vooraf zo veel mogelijk al in, dat scheelt gepruts in het donker.
De sluitertijden die je gaat gebruiken
liggen tussen de 10 en 30 seconden; liefst zo lang mogelijk, want je wilt zoveel mogelijk licht ontvangen; maar de sterren bewegen over de hemel, en bij langere sluitertijden trekken ze streepjes (door de sluitertijden veel langer te nemen krijg je een hemel vol cirkelbogen, wat ook leuk kan zijn, maar hier richt ik me op een hemel vol puntsterren); bij groothoek kun je langere tijden gebruiken dan bij langere brandpuntafstanden; als je naar het zuiden kijkt, krijg je eerder streepjes, dan als je naar het noorden kijkt. Samenvattend: 20 seconden sluitertijd is een goede eerste gok.
Zet je diafragma helemaal open, en dan één klikje dichter (daar geeft de lens de beste resultaten wat scherpte betreft); je wilt zo veel mogelijk licht vangen.
Stel je ISO-gevoeligheid zelf op een vaste waarde in; kies een waarde waarvan je vermoedt, dat er niet veel ruis zal ontstaan; afhankelijk van de kwaliteit van je camera kun je een waarde van 400 tot 1200 ISO wel instellen als eerste gok.
Controleer overdag in welke stand je scherpstelling staat, als je op een onderwerp ver weg scherp stelt; bij veel lenzen is dat namelijk niet de uiterste stand, maar iets daarvoor; ’s-nachts is er te weinig licht om de scherpstelling aan de camera over te laten; stel dus bij de opname met de hand op de gevonden instelling in.
Zet je vibration reduction, image stabilization, of hoe het heet op je camera, uit; het system heb je niet nodig vanaf statief, en veroorzaakt wel degelijk trillingen als het aanstaat.
30 sec belicht bij f/4 en ISO 800; 16 mm brandpuntsafstand.

3. Omstandigheden
Ideaal is een heldere nacht met een kleine maan; weg van kunstlicht in principe; anderzijds: de bovenste foto heb ik genomen op een meter of dertig van het hotel met galerijlampen en dat is het licht dat je ziet op de bomen. De foto's heb ik genomen twee uur na zonsondergang, en ik had nog een beetje last van licht boven de horizon; probeer een deel van de hemel te fotograferen, waar interessante sterrenbeelden te zien zijn, dan wel de melkweg. In Nederland  heb je een droge atmosfeer nodig, en een gebied met weinig lichtvervuiling.

4. De opname
Bij de opname is het belangrijk dat je geen trillingen veroorzaakt, en dat er geen ander licht in de camera komt. Om dat laatste te voorkomen gebruik je je zonnekap en zorg je dat er zo weinig mogelijk licht door de zoeker de camera in komt.
Om trillingen te voorkomen, doe ik het volgende: mijn camera kent een stand, waarin als je op de ontspanknop drukt, de spiegel opklapt; dan wacht ik 10 tellen om de trillingen daarvan uit te laten dempen; daarna druk ik met de draadontspanner nogmaals af; tijdens de 20 seconden blijf ik staan, om geen trillingen in de grond te veroorzaken. Als het waait ga ik zo staan, dat ik de camera van de wind afscherm. Ja, en dan nog een keer 20 seconden wachten, tot je beeld verschijnt. Je kunt op je scherm inzoomen om te kijken of je scherpe sterren ziet. In het algemeen zie je niet heel veel sterren in je opname; veel sterren haal je pas op de PC echt op.

5. Postprocessing
Op je PC kun je in bijna alle viewers of bewerkingsprogramma’s de belichting alsnog verhogen (de foto lichter maken). Doe dat, en je zult verrast zijn wat er allemaal tevoorschijn komt. Helaas komt er op een gegeven moment ook veel ruis tevoorschijn; dan heb je de keus tussen de foto weer wat donkerder te maken of de ruis te bestrijden. Er zijn professionele programma’s, zoals PixInsight, die alles uit een sterrenfoto kunnen halen, maar daar zit ook een prijskaartje aan.

Succes met proberen.

1 opmerking:

  1. Een tip van iemand anders om de ruis in je foto te verminderen: gebruik een hogere ISO; je foto wordt dan iets overbelicht. In de postprocessing breng je dat weer terug. Achtergrond: bij meer licht is de ruis relatief een kleiner deel van de totale belichting; bij donkerder maken bij de postprocessing verminder je ook de ruis mee.

    BeantwoordenVerwijderen